Boerenhofstee “De Teunishof” te Rhoon

HomeHofsteeHistorie 17e eeuwHistorie 18e eeuwHistorie 19e eeuwHistorie 20e en 21e eeuwRijksmonument

 

1823

Jacob Lems koopt in 1814 een 2e boerderij  aan de Kleidijk van Adrianus de Raadt.

Op de boerderij aan de Rijsdijk komt ca 1823 schoonzoon Jan Paauwe wonen en werken.

Jan Paauwe is geboren 20 februari 1798 in Heinenoord, zoon van Cornelis Paauwe en Lijgje Louter. Hij is 16 augustus 1823 in Rhoon getrouwd met Pleuntje Lems, geboren 26 november 1802 in Rhoon. Getuige is o.a Leendert Lems, broer van de bruid, bouwman onder Charlois.

11 april 1840 leent Jan Paauwe, bouwman en Pleuntje Lems t.o.v Jacob Leonardus van Rijsoort, notaris, 1000 gulden van Jacobus Verheij, rentenier te Charlois. Als zekerheid stelt hij huis, schuur, kaarnkeet, erf, boomgaard en tuin aan de Rijsdijk kadaster secties A 464-465. Borg is schoonvader Jacob Lems.

 

1842

Op 9 juli 1842 verkoopt Jacob Lems de boerderij aan de westzijde van de Rijsdijk, huis, erve, boomgaard en verder getimmerte secties A 464, 465,466, een oppervlakte van 33 roeden en 92 ellen, met 84 roe 40 ellen weiland in de polder Jaagin, aan schoonzoon Jan Paauwe voor 1200 gulden.

Jan Paauwe, melkboer en bouwman, overlijdt  op 28 februari 1852  en Pleuntje Lems op 4 augustus 1885. Zoon Jacob Paauwe is vervolgens bouwman op de boerderij. Hij trouwt op 14 mei 1868  met Pietertje Niemansverdriet, dochter van Arie Niemansverdriet en  Grietje Noordzij.

Jan Pauwe, melkboer en bouwman overlijdt 28 februari 1852 te Rhoon. Pleuntje Lems zet het bedrijf voort met de zoons Jan en Leendert Paauwe. Jan Paauwe trouwt met Maaike Jannetje van der Staay en koopt 7 maart 1866 een woning, met schuur, erf en twee boomgaarden van Cornelis Barendregt Hendrikszoon aan de Charloisedijk. Pleuntje Lems en zoon Leendert die ongehuwd is boeren verder tot Pleuntje Lems 24 augustus 1885 overlijdt.

Op 27 oktober van dat jaar 1885 wordt de inboedel geveild, o.a 7 paarden, 1 merrieveulen, 5 melkkoeien, 1 kalfschot, 1 vaars, 3 halfjarige ossen, idem 1 stier, melkkalven, 3 varkens, een kapwagen, een arreslee, twee ploegen, drie span eegden etc. met de meubelen  ƒ 5669,15.

Op 20 november 1885 compareren t.o.v notaris Nicolaas Antonie van Buuren te Charlois de erfgenamen, Leendert Paauwe, Niesje Paauwe, weduwe van Adrianus van Driel, Pleun Lems, vlasboer gehuwd met Maria Paauwe, Jacob Paauwe en de voogden van Jan en Elisabeth Paauwe, kinderen van wijlen Jan Paauwe en Maaike Jannetje van der Staay, die in het gereformeerd Burgerweeshuis van Rotterdam wonen. Comparanten verzoeken ingevolge bevel en beschikking van de arrondissement rechtbank te Dordrecht van 21 oktober 1885 over te gaan tot veiling en verkoop van de onroerende goederen van Jan Paauwe en Pleuntje Lems. Perceel één de bouwmanswoning, woonhuis, schuur, wagenschuur, hooi / korenberg, tuin, boomgaard en erf. Perceel twee 84 are 40 centiare weiland, perceel drie één hectare 70 are weiland en perceel vier twee hectare 67 are 20 centiare bouwland. Perceel 1 en 2 gemijnd door Adrianus van der Jagt voor 2510 gulden, hij verklaarde te hebben gekocht voor Arie Hermanus Waasdorp stalhouder te Rotterdam. Perceel 3 gekocht door Antonie Johan van der Poest Clement voor Frans Lebret kunstschilder te Dordrecht voor 2924 gulden. Perceel 4 gekocht door Hendrik Stehouwer voor 3537 gulden.

 

1885

Arie Hermanus Waasdorp, geboren 16 maart 1839 te Leidschendam, stalhouder te Rotterdam aan de Stieltjesstraat, wordt op 20 november 1885 dus de nieuwe eigenaar van de boerderij. Hij is gehuwd met Antonia de Dobbelaar, geboren 25 september 1837 in Den Haag. Arie Hermanus Waasdorp overlijdt 27 augustus 1917, Antonia 7 januari 1911, beiden te Rotterdam.

 

1892

Op 29 maart 1892 verkoopt Arie Hermanus Waasdorp de boerderij aan Jan den Hollander Cornelis Fortuinszoon voor 2700 gulden. Jan den Hollander leent op 12 april 1892 van Jan Hendrik Verduijn den Boer, hoofdonderwijzer in Rotterdam 2000 gulden.

Jan den Hollander is geboren 8 september 1852 in Rhoon, zoon van Cornelis Fortuin den Hollander en Jannigje Dekker. Jan den Hollander trouwt 1 mei 1885 in Westmaas met Jacoba Herweijer, geboren 14 april 1862 in Oud Beijerland, dochter van Jillis Herweijer, bouwman op de Salamanderhoeve en Jannigje Notenboom.

Den Hollander verhuurt de boerderij aan Bastiaan van Holst tot mei 1899, hij komt in 1892 van de hoeve De Stelle Steede in Nieuw Beijerland.

Bastiaan van Holst is geboren 14 mei 1848 in Puttershoek, zoon van Jacob van Holst en Aagje de Vroomen. Hij is 26 april 1883 in Barendrecht getrouwd met Antje Vis, weduwe van Teunis Oosthoek, geboren 14 februari 1850 in Charlois, dochter van Leendert Vis, bouwman en Heiltje Barendregt. De huur voor de boerderij met 1 ¼ hectare weiland en boomgaard is 200 gulden.

In de nacht van negenentwintig op 30 juni 1893 brandt de boerderij af. De verzekering vermoed dat er opzet in het spel is en keert niet uit. Op dinsdag 27 maart 1894 ontvangt de rijksveldwachter van Rhoon Willem Roodenburg een anonieme brief over deze brand waarna hij een onderzoek instelt. Pieter Molenaar, bouwknecht bij Jan den Hollander, bekende de boerderij op verzoek van Jan den Hollander in brand te hebben gestoken, de beloning was 40 gulden. Nadat ook Jan den Hollander een bekentenis heeft afgelegd worden beiden op 7 april 1894 gearresteerd en de volgende morgen naar Dordrecht gebracht. Bastiaan van Holst, een van de getuigen verklaart dat hij de nacht van 29 op 30 juni door zijn vrouw werd gewekt omdat een kalf zo luid schreeuwde,hij begaf zich naar de schuur en zag dat deze in brand stond. Hij heeft zijn huisgenoten ternauwernood kunnen waarschuwen terwijl 3 zijner kinderen met zeer veel moeite gered zijn. Ofschoon hij geassureerd was had hij toch schade geleden, o.a zijn 6 kalven en 30 kippen verbrand. De eis tegen Pieter Molenaar was 3 jaren en tegen Jan den Hollander 4 jaren gevangenisstraf. Uiteindelijk veroordeelde de rechtbank te Dordrecht Pieter Molenaar tot 18 maanden gevangenisstraf. Jan den Hollander werd vrij gesproken. Er wordt door O.M. beroep aangetekend bij het Haagsche gerechtshof.

 

1894

Jan den Hollander wordt 20 juni 1894 in kennelijke staat van onvermogen verklaard, de half afgebouwde boerderij wordt gekocht door Maarten Koster voor f 2500,--. Deze Maarten was wel meer bij een verkoping geweest. Hij probeerde dan het strijkgeld in de wacht te slepen. De definitieve koopprijs was weinig hoger dan bij opbod was ingezet. Maarten Koster verklaarde te hebben gekocht voor zijn schoonzoon Leendert Groeneveld. Van Holst had nog recht om de boerderij 5 jaar te huren maar zag bij de verkoop hiervan af.

De omschrijving van dit bezit in 1894 was: Een bouwmanswoning met wagenschuur, erf en tuin, boomgaard en weiland aan de Rijsdijk in de polder in het Binnenland. Kadastrale aanduiding: sectie A de No's 269, 464, 466, 467, 468 en 469. Verhuurd aan Bastiaan van Holst, melkboer te Rhoon tot 01-05-1899 de massa voor fl 200,- per jaar.

Op donderdag 28 september 1894 werd voor het gerechtshof in den Haag de zaak in hoger beroep behandeld, de eis van het openbaar ministerie eiste tegen Jan den Hollander is 5 jaar gevangenisstraf wegens uitlokking van brandstichting, en tegen Pieter Molenaar een straf van 4 jaar. Uitspraak van het hof is op 7 oktober 1894, Pieter Molenaar wordt veroordeeld tot 3 jaar en Jan den Hollander tot 5 jaar gevangenisstraf. Het hof beveelt tot onmiddellijke gevangenneming van Jan den Hollander op vrees van ontvluchting. Jan den Hollander vertrekt na zijn straf te hebben uit gezeten naar Numansdorp waar hij op 4 maart 1899 overlijdt. Jacoba Herweijer overlijdt op 6 mei 1917 in Klaaswaal.

Leendert Groeneveld is geboren 15 maart 1862 in Charlois, zoon van Floris Johannes Groeneveld, bouwman op Courzand, en Elisabeth Herweijer. Hij is op 22 maart 1894 in Charlois getrouwd met Maartje Koster en zij zochten een plekje om te wonen. Zij komen 1 mei 1895 uit Charlois naar de Rijsdijk onder Rhoon.